Als ik de koppeling vind tussen
onze achterbankconversatie
en het grootlicht effect
van je dashboardogen,
ademt mijn oliepeil de uitlaatgassen
van de wegpiraat.
Rijbewijs je maar,
fluistert de snelheidsbegrenzer fileleed door mijn antenne.
Chevy chase je way out
over deze vierbaanswegen glasvezel
van de autogeneratie.
Naar de knoppen
gaan we toch.
Als deze leasegebonden onheilstijding
de asfaltwilde berm overschrijdt,
mijn koelvloeistof verdampt onder de ruitenwissers
van het ongeluk,
valt ieder kenteken op de juiste plek.
Samen,
zijn we nog.
In het onvolprezen tunnelzicht van mijn achteruitkijkspiegel,
waar het eeuwig inhaalverbod
de centrale deurvergrendeling activeert,
achter ons glanzen de motorkappen
beter.
Slechts de airco ventileert.

GT 348: Bubbels; archival ink on paper; 14,8 x 10,5 cm; 2021.
Venture some
When i find a match between
our back seat conversation
and the main light effect
of your dashboard eyes,
my oilsound breathes the fumes
of the road-hog.
License your drive,
whispers the traffic-jammed speed-limiter through my antenna.
Chevy chase your way out
on this divided glass fibre highway
of the car generation.
We’ll be out of order
anyway.
When this lease attached disaster
crosses the concrete jungle slopes,
my coolant steams under the wipers
by accident,
each mark on the right spot.
We’re still
together.
In this unheard tunnelvision of my rear view mirror,
where the perpetual prohibition
overtakes the central lock,
behind us the hoods shine
better.
Only the airco is ventilating.
back to top